Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Zijt uw [36]voorgangeren [37]gehoorzaam, en zijt hun onderdanig; want zij waken voor uw zielen, als die [38]rekenschap geven zullen; opdat zij dat doen mogen met vreugde en niet [39]al zuchtende; want dat is u niet nuttig. 36. Dat is, herders en leraars, gelijk tevoren vs.7. Waarmede niet alleen de waardigheid van het ambt der leraars, maar ook hun schuldige plicht wordt uigedrukt, gelijk ook in de volgende woorden, dat zij waken voor hunne zielen; dat is, voor de zaligheid van hun zielen. Zie Ezech.3:18. 37. Namelijk in alles wat zij u uit Gods woorden en volgens Gods woord gebieden, gelijk Ezech.3:2, wordt uitgedrukt. Anders beveelt ook Christus Zijn discipelen, dat zij zich zullen wachten voor den zuurdesem, dat is, kwade leringen der Farizeen, Matth.16:6,12. 38. Namelijk zo iemand door hun nalatigheid of kwade voorbeelden verloren gaat. Zie Ezech.3:18; 1 Tim.4:16. 39. Namelijk over de ondankbaarheid of halsstarrigheid des volks.